Anderkaffer

dun lijntje

Dun lijntje

     ‘Over de kook gesproken, mag ik nog een tikkie?’
Nog voordat Erik het woord “gesproken” had uitgesproken, klemde het origami-poederdoosje al tussen zijn bezweette handpalm en worstige vingers in.
     ‘Weet je wat het nou echt is hè? Dat hele eiland is al gewoon van ons en dat? Dat is precies wat ze niet aankunnen.’
Tussen de dat en dat tikte Erik met zijn Hema winkaart een lijntje voor zichzelf neer op de flamboyante, glazen salontafel.
Zijn salontafel was fantastisch. Zo fantastisch lelijk dat je er ergens jaloers op kon zijn dat het wel bij hem past en niet bij jou. Vanaf het parket een geknielde, witte, steenachtige man die het leven van de eigenaar op zijn schouders droeg. Want op die glazen plaat, lag de hele wereld voor Erik. Constant. De Veronica gids, twee asbakken, twee glazen doorgaans gevuld met Stoli, een pizzadoos met rekeningen er in en meestal zeventig procent van de tijd dat Erik uit bed was, lagen ook zijn voeten er op. Met zijn wereld aan zijn voeten.
     Terwijl Erik door een Monopolybriefje van honderd het lijntje achter zijn huig laat verdwijnen, leg ik snel zijn laatste beetje verslaving van vanavond op een plek waar hij het net niet de gehele tijd in zijn zicht heeft. Hij heeft niet veel meer en ik ben nog niet lam, dus hij moet het nog even met mij vol houden. Of andersom.
     Ik ben dus niet zo van dat soort neus poederen. Ik heb er zelfs een hekel aan. Ik ga niet verder in op details en zal niemand er op veroordelen, want “ieder zijn eigen ding”. Ik heb het op dit moment ook veel te druk met mijzelf kapot te maken met iets anders nutteloos: drank.
     ‘En wie denken zij nou wel niet dat zij eigenlijk helemaal denken te zijn? Het is geen Gallië!’
Even bleef het stil terwijl hij nadenkelijk zichzelf onder zijn neus krabbelde.
     ‘Welke toko hadden wij het nou over?’ ‘Catalonië.’
‘Oja! Joh, het is net als met dat deel van Korea en dat zei ik vandaag ook nog op Facebook hoor!’
‘Typte, Erik. Typte.’
‘Ja, zeker typisch, maar wat wil je anders met die buitenstaanders? Die snappen toch ook niet dat wij het hier ook moeilijk kunnen hebben?’
Het leek mij toch beter om te gaan, dan leende ik maar een biertje voor thuis of onderweg.
     ‘Eer? Ik ga naar huis. Ik neem er een Heinie mee voor onderweg.’ Wij drinken eigenlijk alleen bier als we onderweg zijn.
‘Nee, nee, wacht! Dat is het!’
‘Wat?’ vroeg ik puur vanuit de regel der beleefdheid.
Erik zocht druk om zich heen voor het laatste beetje hoop op dit moment.
     ‘Het was iets met kook-één en één-lijntje!’, zei hij, terwijl hij al lachende z’n my little pony pack gevonden had.
Door deze opmerking opende ik alvast mijn Biertje Voor Onderweg en waande mij een weg naar buiten. Natuurlijk aaide ik Erik nog even over zijn bol op weg naar de deur. Ook al was hij alweer een briefje van honderd aan het oprollen. Hij heeft soms plezier van zijn wereld en atlas draagt zijn wereld. Die chemische oorlog is al lang bezig en Erik neemt het er van. Misschien heeft ‘ie ook wel gelijk. Allemaal op één lijn…
Show More

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *