Anderkaffer

Discussie

Discussie

Het meest bizarre was wel dat datgene wat ooit een middelpunt was, nu ineens het onderwerp van een discussie was. Een niet te voorspellen en niet voor te stellen gesprek, waarin beide kanten én gelijk wilden halen én gelijk de vloer wilden aanvegen in de strijd tegen de ander. Kansloos en kansrijk tegelijkertijd. Het enige wat het zo kut maakte, was dat de hele discussie nutteloos was. Waarom? Omdat de uitkomst wel duidelijk was.

Het geloven in iets waarvan je weet dat het geen toekomst zou kunnen bieden, is net als de meest domme gezegde ooit: water naar de zee dragen. Natuurlijk heeft het nut. De zee mag altijd aangevuld worden, ze leeft van en voor water. Net als hopen op iemand. Je kan nooit genoeg hoop brengen naar iemand. Vind ik dan.

Ik bel haar wakker. Althans, ze neemt op en blijkt wakker te zijn door het opnemen.
‘Hé’, zeg ik nog nonchalant.
‘Hé.’
Ik hoorde aan haar stem dat de vrede wel weer bewaard was, maar dat ze ook niet meer in staat was om te beseffen dat we eigenlijk een soort van ruzie hadden.
‘Ik wil niet gaan slapen met ruzie.’
‘Ik ook niet.’
‘Ik had zo graag bij jou willen zijn nu.’
‘Dat heb je verpest’, zei ze blijkbaar toch beseffende dat we een soort van ruzie hadden.
Of zij nou gelijk had of ik, maakt voor dit verhaal en eigenlijk voor dat gesprek niet zoveel uit. We hebben elkaar allebei tekort gedaan. Wij wilden beide iets heel graag. Allebei de hoop op samen zijn, maar toch stom genoeg kunnen doen om elkaars weg in de weg te staan. Noem het liefde of noem het dom. Of noem het een domme liefde. Of een lieve dommigheid. Om het even.

‘Morgen bellen?’ Ik wilde haar niet wakker houden.
‘Ik weet niet wat ik morgen allemaal moet doen. Welke dag is het morgen?’
Te lief om te horen en een duidelijk antwoord dacht ik, maar aan het slaapdronken-antwoord te merken, bleek het beter om het gesprek te staken voor nu.
‘Slaap lekker, Kwalaah’, zei ik om met de witte vlag te zwaaien. Al wetende dat ik deze avond de verkeerde stappen had gezet. Alsof ik levend Stratego aan het spelen was en direct op de bom stapte.

Zo bizar dat als je ergens om iemand geeft, je zo snel in de verdediging schiet, terwijl je eigenlijk diegene als jouw verdediging zou moeten zien. Een thuishaven. Jouw dug-out. In gekke sporttermen dan.
Is het dan uit zelfbescherming om geen pijn meer te vinden? Of omdat je gewoon koppig wilt zijn?

‘Ik ga nu echt slapen, gekkie.’
Ze had ook gelijk. Zo als ze wel vaker had.
‘Doe Jij het lichtje uit?’, vraag ik gek genoeg over de telefoon.
‘Alleen als jij mij aankijkt en kijkt alsof de discussie niet tussen ons in blijft hangen.’
‘Kan ik niet. Ik hoop namelijk dat Jij heel lang mijn discussie blijft.’

Show More

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *